"Onze kennis omtrent de uniformering van het Staatse leger is op zijn zachtst gezegd erg gebrekkig. Vooral in het tijdvak vóór 1750 zijn er vele hiaten te vinden. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. In de eerste plaats het ontbreken van bindende voorschriften en reglementen. Weliswaar had de koning-stadhouder Willem III een tweetal `Ordres' omtrent de kleding uitgevaardigd, doch hierin werd eigenlijk alleen maar bepaald, dat de Regimenten Infanterie elke 2 jaar, en wel in de maand mei, nieuwe kleding zouden moeten ontvangen.
Deze zou vervaardigd moeten zijn van `goede en suffisante Carsaye' , terwijl de `Surtouts, of bovenrocken van goede pye' moesten zijn.
De keuze van de snit en de kleuren van de uniformen werd aan de kolonels overgelaten.
Alleen werd er nadrukkelijk op gewezen dat `ten einde de gemeene Soldaaten by de
Kleedinge soo weinig als mogelijk mogen werden beswaart, sullen omtrent deselve Kleedinge werden geschuwt alle onnoodige onkosten en cieraaden, ronder dat om reeden van deselve Benige kortinge ral mogen werden gedaan, boven de geene dewelke tot de onkosten van de ordinaris Kleedinge by sijne Hoogheids voorgaande Reglement, het welk by deesen in geheen dele werd gederogeert, is vastgestelt en geordeonneert'.
Het kwam er dus op neer dat de uniformen zo eenvoudig mogelijk gehouden moesten worden, maar dat de kwaliteit van de gebruikte stoffen aan zekere eisen moest voldoen. Vandaar dat men vaak naturelkleurig; ongeverfd grof laken oftewel karsaai gebruikte, terwijl alleen de voering van gekleurde baai, en de mouwopslagen soms van gekleurde karsaai waren.
Slechts enkele regimentscommandanten konden of wilden zich de luxe permitteren om
gekleurde lakens te gebruiken en op een of andere wijze de kleding te verfraaien. Vaak beperkte dit laatste zich tot de uniformen van de officieren, onderofficieren en de tamboers en verdere speellieden.
Zodoende zal het Staatse leger tijdens de oorlogen tegen Frankrijk ondanks die soberheid toch een bonte aanblik geboden hebben."
Uit: De ontwikkeling van de Infanterie-uniformen in het Staatse Leger gedurende de 18e eeuw, F.G. de Wilde, Armentaria 17, Legermuseum Delft.
Het is misschien wel een hele lange aanhaling uit het artikel, maar ik denk dat het belang van de Wilde voor de uniformkunde niet overschat mag worden. Het blad Armentaria is daarnaast een waardevolle bron van informatie, en ook de medewerkers van het Legermuseum zijn zeer behulpzaam. De Wilde gaat verder in zijn artikel met een beschrijving van het uniform van het regiment Nassau Friesland of Oranje Friesland: een vaandrig wordt beschreven met een rode justacorps, met licht blauwe opslagen. De panden en de opslagen hebben witte galons en gouden randen. Donkerblauwe broek en witte kousen. Een sjerp lichtblauw en geel.
De onderofficier draagt een rood justacorps, met blauwe opslagen, een blauw vest en blauwe broek. Het is niet duidelijk wat de soldaten droegen, er is een lijst gevonden uit 1690 waaruit men kan afleiden dat dat de soldaten blauwe uniformen droegen met rode omslagen. De Wilde verdedigt vervolgens de stelling dat een en ander ook zou kunnen gelden voor de andere Oranje regimenten als Oranje Stad en Lande. Er zijn overigens nog meer details in het artikel zoals over de knopen, randen en de hoeden.
De stof die voor de soldaten werd gebruikt was laken. Tegenwoordig kennen we alleen nog het biljardlaken maar er waren nog meer vormen als baai en carsaai. Carsaai komt van het engelse Kersey en het wordt nog steeds gemaakt, a raison van 29$ per yard hier, en hier een stuk goedkoper.
~
Well, some obligatory reading, taken from the website of the Dutch army museum. I admit it's a very long quote and I do stress that you have to read the full article to appreciate the work of F.G. de Wilde, the expert on the uniforms of the State's Army. The full article is published here: De ontwikkeling van de Infanterie-uniformen in het Staatse Leger gedurende de 18e eeuw, F.G. de Wilde, Armentaria 17, Legermuseum Delft.. (Armentaria 17, Dutch Army Museum).
"Our knowledge on the uniforms of the States' Army, is rather minimal to say the least. Especially on the period before 1750, there are many gaps in our knowledge. There are many causes for this.
First of all, the lack of rules and regulations. William III had issued two 'Ordres', concerning about clothing, but these anly stated that every two years regiments had to be issued new clothing, in the month of May.
This clothing had to be made of 'good and satisfactory kersey', and the 'surtouts' and upper garments should be made of good 'pye' (=probably wool). The cut of the cloth and the colours were left to the Colonel of the regiment. The 'Ordre' stated though that 'not to burden the common soldier, all unnecessary costs and jewelry should be avoided, though within the rules and regulations that are stipulated here, especially regarding the costs.'
Uniforms had to be a simple as possible, but there were some minimum demands regarding the quality of the materials used. Often natural colours were used. Undyed coarse broadcloth was used, 'kersey', and only the lining was coloured with 'baai', (a coarse wool textile), and sometimes the cuffs were coloured as well.
Only some regimental commanders could or would afford the luxury to brighten up the unforms, by using the more expensive broadcloth or other materials. If they did,it was usually limited to commanders, officers and subalterns and musicians.
Therefor the States' Army were a colourful sight during the French wars."
Mr de Wilde also gives a description of the uniforms of the regiment 'Oranje Friesland', also called 'Nassau Friesland'. A 1672 plate decribes a flag bearer and a subaltern officer. The flag bearer wears a 'red justacorps', with light blue cuffs, which are again lined with white 'galons' and small gold rims. A light blue / yellow sash is worn. The subaltern, a Veldtwaibel (word related to the german Feldwebel), is described as having a red justacorps, blue cuffs, blue vest and trousers. This doesn't mean, according to de Wilde, that the entire regiment was dress in red as well, on the contrary a 1692 inventory list, lists a shipment of blue cloth to the regiment. Probably the same difference in colour between the ranks will go for the other 'Oranje regiments'.
The textile most used was carsaai or kersey wool, which is still made today, just like baai, also a wool product of which I don't kniow the english word right now, it seems to be similar to molton. Get it a raison de 29$ per yard here, or here for a third of the price but just in one colour.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.